https://dawo.nl/134
Ze vroegen Hem wie Hem de bevoegdheid had gegeven de handelaars de tempel uit te jagen. 'Ik heb eerst een vraag voor u', antwoordde Hij. 'Van wie kreeg Johannes de bevoegdheid om te dopen? Van God of van de mensen?' Ze bespraken deze vraag onderling en zeiden tegen elkaar: 'Als we zeggen dat God hem die bevoegdheid had gegeven, zetten we onszelf klem. Want dan zal Hij vragen: 'Waarom hebt u hem dan niet geloofd?' Maar als we zeggen dat mensen hem die bevoegdheid hadden gegeven, zal het volk ons vermoorden, want dat is ervan overtuigd dat Johannes een profeet was.' Tenslotte zeiden ze dat ze het niet wisten. Jezus antwoordde daarop: 'Dan geef Ik ook geen antwoord op uw vraag.' - Lucas 20:2-8