Maandag 28 april 2008
Deuteronomium 33:27a
Van oudsher is God een schuilplaats, zijn armen dragen u voor eeuwig.
Van oudsher is God een schuilplaats, zijn armen dragen u voor eeuwig.
Want God, de HEER, is een zon en een schild. Genade en glorie schenkt de HEER, zijn weldaden weigert hij niet aan wie onbevangen op weg gaan. HEER van de hemelse machten, gelukkig de mens die op u vertrouwt.
‘Waarachtig, ik verzeker u: iedereen die zondigt is een slaaf van de zonde. Nu blijft een slaaf niet voor eeuwig in huis, maar de Zoon blijft wel voor eeuwig. Dus wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn.’