Donderdag 16 juni 2016
Romeinen 8:31-34
Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn? Zal hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons met hem niet alles schenken? Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij. Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons.
-- Romeinen 8:31-34
Als de apostel der NatiĆ«n Paulus het over ‘ons’ heeft dan doelt hij in de eerste eeuw op de met de geest gezalfde christenen, Jezus’ broeders, die samen met Jezus in de hemel zouden gaan regeren als koning-priesters.
‘Ons’ ging ook slaan op andere christenen die eeuwig op een paradijsaarde mogen leven, dat is ‘de grote schare’ uit Openbaring 7:9.
Samen zijn ze 1 kudde onder die ene herder Jezus Christus onze heer.
fijne dag,
Ed
Reacties gesloten