Zaterdag 03 mei 2008
Psalmen 121:1-2
Ik sla mijn ogen op naar de bergen, van waar komt mijn hulp? Mijn hulp komt van de HEER die hemel en aarde gemaakt heeft.
Ik sla mijn ogen op naar de bergen, van waar komt mijn hulp? Mijn hulp komt van de HEER die hemel en aarde gemaakt heeft.
Bij u, HEER, schuil ik, maak mij nooit te schande, red en bevrijd mij, doe mij recht, hoor mij en kom mij te hulp. Wees de rots waarop ik kan wonen, waar ik altijd heen kan gaan. U hebt mijn redding bevolen, mijn rots en mijn burcht, dat bent u.
Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit, maar vreugde vindt in de wet van de HEER en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht. Hij zal zijn als een boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei.